In winterdonker de fiets zonder licht beklimmen. Meteen
tempo maken. De woonwijk uit en het landelijk gebied er achter in. De
schelpenpaden op, waar niets te zien is. Alleen het geluid van knisperende
schelpen onder de fietsbanden. De duistere, weidse diepte in en dan behendig de
heuvel op. De talloze keren gevolgde baan van het pad volgen, de wind ontduiken
met het hoofd beneden het stuur. Door niets geleid worden dan de herinnering,
want het is donker zoals het alleen in de winter donker is. Ik suis het zwart
in alsof ik zit op mijn jongensfiets, waarop ik alles kan tegenkomen. Een
laaghangende tak, een overstekende egel. Een pasgereden, gevaarlijk diep spoor
in de schelpen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten